In haar nieuwe podcast trok Maartje Duin de ‘mantel der liefde’ weg

Klimmen in de oude kastanjeboom voor het kasteel, koeien melken met de pachtboer – voor de jonge Maartje Duin zijn de vakanties op het Zeeuwse familielandgoed Ter Hooge een idylle. Al valt haar wel een verschil op tussen haar overgrootmoeder en Mina, de dienstbode. „Mina was een lieve, knuffelbare vrouw die Fruitella’s uitdeelde. Grootmama bleef meer op afstand. Zij was door kindermeisjes opgevoed en heeft met haar eigen moeder ook geen fysieke nabijheid gekend. Die warmte kreeg ze van het personeel.”

Maartje Duin (48) wordt in 2020 bekend met haar podcastserie De plantage van onze voorouders, die in 2023 door Orkater wordt bewerkt tot theatervoorstelling. Als telg van een adellijke familie ontdekt ze dat haar voorouders mede-eigenaar waren van suikerplantage Tout Li Faut in Suriname. Samen met Peggy Bouva, nazaat van tot slaaf gemaakten die op die plantage werkten, duikt ze in het slavernijverleden van hun families. In een van de interviews oppert Duins moeder dat de rol van dienstbode Mina doet denken aan een vorm van slavernij en lijfeigenschap. Het prikkelt de podcastmaker tot een nieuw onderzoek, naar de band tussen haar overgrootmoeder, gravin van Lynden-Calkoen, en haar inwonende dienstbode.

Het resultaat is de negendelige podcastserie Mina en Mevrouw, dat hun gedeelde leven bestrijkt tussen 1926 en 1986. Duin: „Iedereen die ik sprak bevestigde de bijzondere band tussen Mina en grootmama. Maar daarmee werd een ander verhaal buiten beeld gehouden. Grootmama schrijft in haar dagboek dat Mina’s gezondheid achteruit gaat. Maar ze ziet niet dat die vermoeidheid en ziekte ook samenhangen met hoe zij haar behandelt. Mina sjouwt de hele dag met emmers water en kolen.”

Mina waste, kookte, maakte schoon en bediende de gasten. Vier banen in één.

Duin: „Maar ze was niet alleen een slachtoffer, ze had haar eigen motieven. In de jaren dertig was dienstbode worden een vorm van sociale mobiliteit. Deze meisjes kregen in zo’n gezin een soort opleiding in goede manieren. Ze leerden met mes en vork eten, de tafel dekken en koken. We horen hoe ze als kind met haar zwakke rug door de dokter op houten planken werd gelegd, maar grootmama bracht haar naar specialisten. De meeste dienstboden gingen na een paar jaar trouwen en uit dienst. Een enkeling bleef ongetrouwd werken, zoals Mina. Waarom? Was ze een slimme vrouw, die niet verder kon leren, en op deze manier in aanraking kwam met boeken, muziek en film? Of gaf die betrekking haar de kans om andere relaties te verkennen, waar in het Zeeland van de jaren vijftig geen ruimte voor was?


Lees ook
Wat gebeurt er als nazaten van Nederlandse plantagehouders worden geconfronteerd met nazaten van tot slaaf gemaakten? “Niemand had schone handen in die tijd.”

Wagenwegstraat 81, het huis van Evert van Emden in Paramaribo, 1868

Verscholen in het bos van Ter Hooge heeft Mina twintig jaar lang een innige vriendschap kunnen onderhouden met een buurvrouw. Waarvan je je kunt afvragen: wat speelde daar precies? Het punt wat ik in die aflevering probeer te maken, is dat liefde fluïde is. Ik heb een relatie met een man, maar in het verleden heb ik ook relaties gehad met vrouwen. Anders dan Mina had ik de ruimte om dat in openheid te verkennen.”

Voor mensen van adel was de bewegingsvrijheid vroeger beperkt. Een barones vertelt: ‘Als barones mag je geen mens zijn.’

„Je vertegenwoordigt je stam, verder moet je vooral je mond houden. Grootmama schreef hoe ze als jonge vrouw in een dag dertien taartjes verorberde. Ze werd letterlijk zoet gehouden.”

Uw moeder zegt: ‘Gevoelens heb je niet, dat is de erfenis van mijn opvoeding.’ In hoeverre heeft u daar ook last van gehad?

„Nou ja, dat is hoe mijn moeder in mij terugkomt. En wat ik middels mijn werk probeer los te breken.”

Heeft u uw eigen milieu als benauwend ervaren?

„Ehm, ik twijfel om dat zo te zeggen. Ik worstelde met de verwachtingen waarmee ik werd opgevoed. Het was de bedoeling dat ik met een rechtenstudent thuis zou komen. Het idee was dat je als vrouw een man gelukkig moest maken. In grootmama’s dagboeken las ik hoe dat over de generaties gevormd is.”

In de jaren nul beschreef u voor NRC de onderkant van de samenleving in Los Angeles, later maakte u sociaal bewogen podcasts over de Bijlmer en over een Poolse arbeidsmigrant. Waar komt die interesse vandaan?

„De blinde vlek is een groot thema in mijn leven. Stephan Sanders zei in De plantage van mijn voorouders tegen mij: ‘Zwarte mensen moesten twee levens leiden – dat van henzelf en dat van de witte meester. Je moest je kunnen schikken, je moest je kunnen inleven, en je moest strategisch kunnen opereren. Dat ken jij niet. Jij hebt nooit omhoog hoeven kijken.’ Dat is waar. Ik moet mij dus voeden door vragen te stellen, ik wil me inleven in anderen. Dat voelt soms als een last, maar ik vind dat ik mijn afkomst kritisch moet beschouwen. Die neiging hebben andere familieleden veel minder.”

PodcastmakerMaartje Duin Als zij iemand te eten kreeg, kwam Mina met een gebraden fazant, die ze thuis had bereid – op een enkel gaspitje.

In een aflevering stelt een pachtboer: ‘Niet iedereen is gelijk. Met de pet in de hand, dat stelde die boeren gerust.’ U reageert ontzet.

„Ja, want ik ben in Amsterdam netjes links geworden. Ik geloof dat iedereen gelijk is. Ik denk dat hij de verhoudingen van toen romantiseert, omdat hij zijn mooie jeugdherinneringen intact wil houden.”

Aan het eind van de podcastserie horen we hoe zowel gravin als dienstbode hun laatste jaren slijten in verzorgingshuizen. Maar het klassenverschil blijft, ziet Duin. „Het was ontluisterend. Mina had alleen een kleine woonkamer, waar ook haar bed stond. Grootmama bewoonde een appartement van 65 vierkante meter. Daar zat ze dan, tussen het gepoetste zilver. Ze kon niet koken. Als zij iemand te eten kreeg, kwam Mina met een gebraden fazant, die ze thuis had bereid – op een enkel gaspitje. Terwijl ze zogenaamd gepensioneerd was en van haar AOW leefde. Mijn grootmama hoefde het gerecht alleen nog op te warmen. En dan schreef ze: ‘Mina heeft mij weer heerlijk geholpen.’”

Duin zucht. „Aan het eind van hun leven voel je dat ze helemaal met elkaar zijn verstrengeld. Maar in grootmama’s testament las ik dat Mina met een fooi is afgescheept. Dat haalt het vriendschapsverhaal weer helemaal onderuit.”

Welke vragen liggen nu nog open voor u?

„De motieven en gevoelens van Mina zijn moeilijk te achterhalen.”

Want terwijl de dagboeken van uw moeder bewaard bleven, heeft Mina’s familie haar brieven weggegooid.

„Haar familie wordt minder belast door het verleden. Maar nu rakel ik dat op, en dat is pijnlijk. In een scène vertelt Sari, een nicht van Mina, dat Mina altijd vol liefde over grootmama sprak. Maar Kees, Sari’s jongere broer, zegt: ‘Mijn tante werd slecht behandeld. Vroeger heb ik daar nooit bij stilgestaan, want ze kreeg bij haar pensioen van mevrouw een huisje, waar ze gratis mocht wonen.’ Door gesprekken met mij kijkt hij daar nu anders naar. Hij neemt het woord uitbuiting niet in de mond, maar dat bedoelt hij wel. Hij is met terugwerkende kracht boos, dat snap ik. De mantel der liefde waarmee alles werd bedekt, heb ik weggetrokken.”

De podcastserie Mina en mevrouw is vanaf zondag 4 februari wekelijks te beluisteren in OVT, van 10.00-12.00 op NPO Radio 1. Vanaf 3 februari is de podcast te vinden op NPO Luister, Spotify en alle andere podcastapps.